De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar mogelijk verboden staatssteun aan Rotterdam The Hague Airport. Dit heeft actiegroep Bewoners Tegen Vliegtuigoverlast Rotterdam Airport (BTV) bekendgemaakt in een brief aan het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders.
De actiegroep diende in april 2024 een klacht in bij de Europese Commissie over vermeende staatssteun aan de luchthaven. Na een uitgebreide informatieuitwisseling liet de Commissie eind vorige week weten een onderzoek te starten naar de operationele steun van de gemeente Rotterdam aan Rotterdam Airport Vastgoed B.V. en Rotterdam Airport B.V.
Het vermoeden van verboden staatssteun is gebaseerd op afspraken die medio 2001 tussen de gemeente Rotterdam en N.V. Luchthaven Schiphol werden vastgelegd in een zogenoemde Raamovereenkomst. BTV stelt dat de vergoeding voor het gebruik van de terreinen en opstallen van het vliegveld niet marktconform zou zijn.
Volgens de actiegroep betaalde Schiphol tussen 1990 en 2000 één euro per jaar voor het gebruik van het gehele terrein met opstallen. Vanaf 2001 gold een vaste vergoeding van 261.000 euro per jaar, met jaarlijkse prijsindexatie. Daarnaast ontving de gemeente een variabel deel van 10 tot 40 procent van de opbrengst bij uitgifte van vastgoed aan derden.
De gemeente Rotterdam wijst de beschuldiging van staatssteun van de hand. In een reactie van mei 2024 stelt het stadsbestuur dat de afspraken destijds marktconform waren en na een langdurig onderhandelingsproces tot stand kwamen, waarbij beide partijen werden bijgestaan door advocaten. De gemeente benadrukt dat dankzij deze overeenkomst de realisatie van de luchthaven mogelijk werd gemaakt.
BTV behoudt zich het recht voor om de zaak ook bij de Nederlandse rechter aanhangig te maken. Met de brief aan het college stuitte de actiegroep de geldende verjaringstermijn. De uitkomst van het Europese onderzoek kan gevolgen hebben voor de exploitatie van Rotterdam The Hague Airport, de derde luchthaven van Nederland.