Rotterdam introduceert een prioriteringsagenda voor handhaving die ervoor zorgt dat handhavers zich gaan richten op de grootste problemen per gebied. De gemeente kiest bewust voor "5 dingen goed doen" in plaats van "10 dingen half doen", zo staat in het nieuwe beleidsdocument.
De stad heeft 454 fte aan handhavers en toezichthouders, wat neerkomt op gemiddeld 40 handhavingskoppels per dienst voor de hele stad. Volgens wethouder Pascal Lansink (Handhaving, Buitenruimte en Mobiliteit) worden handhavers nu gebruikt als een "duizend-dingen-doekje" waarvan "de rek eruit is". Om die reden heeft de gemeente ervoor gekozen om heldere keuzes te maken in plaats van alle taken tegelijk uit te voeren.
De prioriteringsagenda geldt voor de periode 2025-2026 en verdeelt de handhavingscapaciteit volgens een 80-20 principe. Tachtig procent van de tijd wordt besteed aan planbare werkzaamheden, terwijl twintig procent beschikbaar blijft voor onverwachte situaties zoals acute meldingen en incidenten.
Per gebied zijn verschillende prioriteiten gesteld. In het centrum ligt de focus op dak- en thuisloze mensen, bedelaars, taxi's en personenvervoer, seksuele intimidatie en het convenant voor het toezichtmodel centrum. Het gebied Noord richt zich vooral op het reduceren van studentenoverlast, dak- en thuisloze mensen, seksuele intimidatie en verkeersgerelateerde overlast. Zuid concentreert zich op dak- en thuisloze mensen, bedelaars, warme stranddagen, focuswijken met hoge veiligheidsindex en seksuele intimidatie.
De nieuwe aanpak betekent dat bepaalde taken minder aandacht krijgen of anders worden aangepakt. In het centrum gaat het om wijkpark Het Oude Westen, het warm weer protocol en naastplaatsingen. Noord besteedt minder aandacht aan evenementen, hoogrisicohonden, woningexplosies en verschillende andere taken. Zuid pakt markten anders aan door gebruik van scanauto's en verkent uitbesteding van naastplaatsingen.
De gemeente heeft de prioriteiten vastgesteld na gesprekken met handhavers, wijkraden, beleidsadviseurs en teamleiders. Het document benadrukt dat samenwerking met partners zoals Politie, NS en RET essentieel blijft voor effectieve handhaving.
Rotterdam monitort de komende periode of de gemaakte keuzes werken in de praktijk en stelt waar nodig de prioriteiten bij.