De Rotterdamse woningcorporaties, huurdersorganisaties en de gemeente hebben heldere afspraken gemaakt over hoe er samengewerkt gaat worden bij sloop- en renovatieprojecten in de stad. Het gaat dan onder andere om de betrokkenheid en ondersteuning van huurders bij de renovatie of sloop van hun woning. Als een huurder bij de renovatie of sloop van zijn oude woning spijt heeft van een verhuizing naar een nieuwe woonbuurt, kan hij of zij gebruik maken van een terugkeerregeling naar de oude buurt, de spijtoptantenregeling.
Dit staat onder andere in het stedelijk sociaal statuut dat de Rotterdamse woningcorporaties, huurdersorganisatie en gemeente deze week hebben ondertekend. Het sociaal statuut beschrijft de samenwerking tussen deze drie partijen.
Bewoners willen zich welkom en gehoord voelen in hun eigen stad. Woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeente willen op een goede manier met elkaar samenwerken bij woningverbetering en groot onderhoud van woningen. Om daar invulling aan te geven, is het nodig om renovatie, sloop en nieuwbouwprojecten zó aan te pakken, dat alle partijen in onderlinge samenwerking samen tot betere resultaten komen. Voor de stad en voor Rotterdammers.
“Het sociaal statuut is een grote stap in de goede richting voor heel veel Rotterdammers die te maken krijgen met sloop of renovatie van hun woning. Jarenlang waren zij machteloos als er door andere partijen een besluit werd genomen over de renovatie of sloop van hun woning, of over een verhuizing naar een nieuwe woonplek. Met het sociaal statuut hebben we betrokkenheid van bewoners geregeld bij het maken van de plannen. Daarnaast hebben we de ondersteuning van huurders, de Blijf in de buurtgarantie en de spijtoptantenregeling vastgelegd. De komende jaren gaan we met elkaar ervaring opdoen in drie projecten bij drie verschillende woningcorporaties. In deze projecten krijgen bewoners volledige zeggenschap en onafhankelijke ondersteuning. De ervaringen vanuit deze projecten gebruiken we om met elkaar verder te sleutelen aan de praktische uitvoering van het sociaal statuut”, zegt Laurie Hermanns, voorzitter van het Gemeenschappelijk Overleg Huurdersorganisaties (GOH).
“Ik ben trots op het resultaat dat we samen met de huurders hebben bereikt. Huurders voelen met recht een grote betrokkenheid bij hun (t)huis en hun woonomgeving. In het stedelijk sociaal statuut hebben we afgesproken hoe we die betrokkenheid borgen”, zegt Hedy van den Berk, bestuursvoorzitter van woningcorporatie Havensteder.
Miriam Hoekstra-van der Deen, bestuursvoorzitter van woningcorporatie Woonstad Rotterdam, vult aan: “We zijn blij voor alle collega’s en huurders dat er een goede gedeelde basis ligt waarop iedereen aanspraak kan maken om mee te praten over wat er met hun gebouw en woning gebeurt. Iedereen die hieraan heeft bijgedragen, verdient een groot compliment.”
Wethouder Chantal Zeegers (Klimaat, Bouwen en Wonen): ”Ik ben enthousiast over deze belangrijke stap. Sloop of renovatie van een woning heeft grote impact op het persoonlijke leven van huurders. Daarom willen we hen duidelijkheid geven over waar ze aan toe zijn. De woningcorporaties maken nu eenduidige afspraken over de begeleiding van bewoners in deze situaties. Zo zorgen we ervoor dat bewoners na een ingrijpende periode weer een fijne woning en woonomgeving hebben.”
De ambitie is om het sociaal statuut in de toekomst aan te vullen met een werkwijze voor woningen van de gemeente, zoals woningen die de gemeente heeft opgekocht in de wijken van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid, en woningen van particuliere verhuurders.
Een van de maatregelen uit het sociaal statuut is de ‘Blijf in de buurtgarantie’. Als bewoners bij sloop of renovatie in dezelfde buurt willen blijven wonen, dan is dat mogelijk. Woningcorporaties en huurders bepalen samen de grenzen van de wijk. Ook is er gedacht aan huurders die na de renovatie of sloop van hun woning te maken krijgen met een hogere huur. Zij krijgen drie jaar de tijd om te wennen aan de nieuwe huur. Ze komen in die periode in aanmerking voor een tijdelijke bijdrage in de huur.
Het sociaal statuut beschermt huurders en maakt helder wat de rechten, plichten en rollen van bewoners, verhuurders en de gemeente zijn. De woningcorporaties Havensteder, Woonstad en Hef Wonen gaan verder een proef doen waarbij huurders kunnen meebeslissen over de renovatie of sloop van hun woning. Na afloop van de proef bekijken de woningcorporaties en huurdersorganisaties of deze werkwijze ook toepasbaar is bij andere renovatie- of sloop/nieuwbouwplannen.
In het sociaal statuut is onder meer opgenomen dat huurdersorganisaties en bewonersgroepen recht hebben op onafhankelijke bewonersondersteuning als zij daaraan behoefte hebben. De gemeente gaat in samenspraak met de corporaties en de gezamenlijke huurdersorganisaties een lijst aanleggen met organisaties die onafhankelijke bewonersondersteuning bieden. De huurders(-organisaties) kunnen zelf een keuze maken uit deze lijst. Deze bewonersondersteuners zijn niet in dienst van een gemeente of corporatie. De corporaties betalen de onafhankelijke bewonersondersteuning.
