Honderdduizenden eigenaren van sociale huurwoningen zouden geraakt worden door invoering van huurbevriezing. Minister Mona Keijzer noemde dat eerder deze week tijdens een debat in de Tweede Kamer. De bewindsvrouw voorziet dat het een ‘gigantische exercitie’ wordt om dat voor elkaar te krijgen, mocht zij uiterlijk in juni bekendmaken of huurbevriezing ook voor al die particuliere huisbazen gaat gelden.
Ondanks aandringen van onder andere de SP, PvdA en ChristenUnie om opheldering te krijgen over de vraag of mensen, die van een particuliere verhuurder een woning onder de 900 euro huren, ook mogen profiteren van huurbevriezing, blijft Keijzer zich vooralsnog op de vlakte houden. Duidelijkheid kan de minister niet geven.
Hetzelfde geldt voor de daadwerkelijke omvang van het als sociaal aan te merken bezit van particulieren. De schattingen over deze private sociale huurvoorraad lopen uiteen van 400.000 tot 500.000.
Kiest Keijzer ervoor om vast te houden aan het kabinetsplan om huurbevriezing door te voeren in de sociale huur, dan zou dit betekenen dat 2,1 miljoen corporatiewoningen en - maximaal een half miljoen private woningen in 2025 en 2026 geen huurverhoging krijgen.
Woningcorporaties zijn door de Rijksoverheid eenvoudig te verplichten om hun huren te bevriezen. Maar veel lastiger is dat bij niet-toegelaten instellingen.
Hoe de minister dat wil doen bij die - volgens haar - ‘honderdduizenden’ particuliere huisbazen, zal naar verwachting pas in juni bekend zijn. Dat is dan krap vóór 1 juli, de datum waarop normaal gesproken de jaarlijkse huurverhoging wordt aangezegd.
