Over de nieuwe stadsbrug in Rotterdam gaat bij voorkeur een tram rijden, die reizigers binnen 15 minuten van Zuidplein naar Kralingse Zoom brengt. Dat hebben de gemeente Rotterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening besloten. Een groot aantal partijen in de gemeenteraad van Rotterdam is het daar niet mee eens. Ook de Jongere Ouderen Unie niet.
De voorkeur gaat uit naar een tram omdat de tram per rit meer reizigers kan vervoeren en een groene inpassing in het straatbeeld mogelijk is. Voor een definitieve keuze werken de partijen nog een aantal voorwaarden verder uit. De komst van de nieuwe stadsbrug gaat ervoor zorgen dat Rotterdam Zuid en Noord beter met elkaar worden verbonden. Ook geeft het in de toekomst de bewoners van de 30.000 nieuwe woningen in de Oostflank de ruimte om huis, werk, sport en meer, hierdoor snel en eenvoudig te bereiken.
Tim Versnel, wethouder Rotterdam: “Ik ben blij dat alle partijen eensgezind voor de tram kiezen voor de nieuwe stadsbrug. De tram past bij het karakter van Rotterdam, het past goed in het bestaande ov-netwerk, biedt meer capaciteit en is makkelijker uit te breiden, als het aantal reizigers in de toekomst groeit.”
Martina Huijsmans, regiobestuurder MRDH: “Met de groei van het aantal woningen, banen en reizigers in onze regio is het goed inpassen van verschillende mobiliteitsvormen essentieel. Dit is niet alleen van belang voor het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio, maar ook om de keuze voor duurzame vervoersopties aantrekkelijker te maken. Een goed toegankelijk en sterk netwerk van openbaar vervoer speelt hierin een cruciale rol. Door te kiezen voor een snelle tramverbinding over de nieuwe stadsbrug, zetten we samen een belangrijke stap richting een nog betere bereikbaarheid van de regio Rotterdam.”
Na uitgebreid onderzoek hadden de betrokken partijen de keus tussen een tram of een Bus Rapid Transit (BRT). Deze bus is vergelijkbaar met een tram maar dan op banden die ook op een vrije busbaan rijdt. De voor- en nadelen van een tram en BRT zijn door ov-experts op een rij gezet en besproken met de wijkraden en de bewonersorganisaties langs de route van het nieuwe ov. De voorkeur van de opdrachtgevers gaat uit naar de tram. Wel moeten de opdrachtgevers voor deze definitieve keuze een aantal zaken verder uitwerken. Zo onderzoeken zij of de tram goed kan aansluiten op het metro- en busstation Zuidplein. Moet de aanleg passen binnen de financiële afspraken. En is het nodig dat de gemeente Rotterdam en de MRDH afspraken maken over de jaarlijkse kosten voor exploitatie, beheer en onderhoud van de trams.
Met de voorkeurskeuze voor een tram kan het projectbureau Stadsbrug en OV de route van de tram en de plannen voor het station Stadionpark verder gaan uitwerken. Tegelijkertijd wordt een start gemaakt met het ambitiedocument voor de stadsbrug. Het projectbureau betrekt hierbij wijkraden, omwonenden en andere betrokken om hierover mee te denken. Eind 2026 moet duidelijk zijn of de ontwerpen en de investeringsramingen van de tram, het station en de brug passen binnen de bestuurlijke afspraken over doelen en budget. Daarnaast starten we samen met ProRail met het ontwerp voor het nieuwe station Stadionpark, met nieuwe sporen, tramhaltes, de oversteek over de sporen en de stationsomgeving. Bewoners worden bij dit laatste onderwerp in de komende periode nauw betrokken.
Het MIRT-project Stadsbrug en OV is een gezamenlijk project van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en gemeente Rotterdam. Voor meer informatie over het project: https://www.rotterdam.nl/stadsbrug-en-ov
