Rotterdam moet beter zimmen. Dat is het advies van Marianne van den Anker, de stedelijke ombudsman, aan met name wijkwethouder Simons en burgemeester Schouten, die het vertrouwen tussen burger en overheid aan de basis (dus in de wijken) een boost moeten geven.
Zimmen staat in de gedachtegang van de ombudsman voor Zeggenschap, Inspraak, Meepraten en Meebeslissen. In de ogen van Van den Anker een meer passende benaming voor participatie. Zimmen moet (met een t) en daar is moed (met een d) voor nodig, schrijft ze aan Simons en Schouten.
In mei vorig jaar organiseerde het Rotterdamse ombudsteam al eens een conferentie onder de ZIMM-titel naar aanleiding van vijf onderwerpen de kwaliteit van participatie in Rotterdam: het inkorten van tramlijnen 4 en 8, de oeververbinding De Esch, plaatsing van containers Noordeinde, de toekomst van luchthaven Rotterdam The Hague Airport en de vergroening van de Hofbogen.
Het advies van de ombudsman op het concept Wijziging Verordening inspraak, digitale meningspeiling, burgerinitiatief en referenda – want dat is de reden dat zij de brief schreef – is om de Leeswijzer praktischer te maken en de vernieuwde verordening hiermee een Rotterdamse ‘hartslag’ te geven.
Wat Van den Anker mist in het concept is een realistische en meer zelfkritische blik op de Rotterdamse situatie en vooral hoe de afstand tussen stad en straat, tussen leef- en systeemwereld en tussen mens en overheid kleiner wordt mét de inzet van dit instrument? Ook kinderen worden er niet in genoemd.
‘’Specifiek missen we de link met de wijkraden en de Omgevingswet, waar participatie in de kern verankerd zit. De Wijkraden hebben in hun verordening een formele en officiële participatie-rol in onze lokale democratie. Zij zijn de oren en ogen van de wijk, maar missen voet en vuist’’.
