Olie- en gasconcern Shell heeft besloten definitief te stoppen met de bouw van zijn biobrandstoffenfabriek in Rotterdam. Het bedrijf noemt te hoge bouwkosten als hoofdreden voor het afblazen van het project.
Shell werkte sinds 2022 aan de fabriek op industrieterrein Pernis, maar legde de werkzaamheden vorig jaar al stil. Het bedrijf zocht toen naar mogelijkheden om de kosten te verlagen, maar kwam tot de conclusie dat dit onvoldoende zou zijn om concurrerend te blijven op de markt voor duurzamere vliegtuigbrandstoffen.
"Dit was een moeilijke beslissing, maar wel de juiste. We willen onze investeringen richten op projecten die zowel waarde leveren voor onze klanten als voor onze aandeelhouders", verklaart Shell-bestuurder Machteld de Haan. Naast de hoge bouwkosten wijst Shell ook op tegenvallende marktomstandigheden voor biobrandstoffen.
De gevolgen voor de werkgelegenheid zijn nog onduidelijk. Een Shell-woordvoerder stelt dat "de impact op banen nu nog onzeker" is. Toen Shell vorig jaar besloot de bouw stil te leggen, raakte dit wel aannemers en onderaannemers, maar geen vaste Shell-medewerkers.
Met het stopzetten van het project verdwijnt een belangrijke investering in duurzamere brandstoffen uit de Rotterdamse haven. De fabriek had moeten bijdragen aan de productie van biobrandstoffen voor de luchtvaart, een sector die onder druk staat om de CO2-uitstoot te verminderen.