Rotterdam gaat zich inzetten om overlast van verkeerd geparkeerde deelscooters en -fietsen tegen te gaan. Zo gelden er strengere regels voor deelvervoeraanbieders om zelf overlast te beperken en komen er steeds meer parkeerhubs bij. Daarnaast start de gemeente een campagne voor de gebruikers van deelvervoer. Hiermee roept de gemeente de gebruikers van deelvervoer op om parkeeroverlast op de stoep te voorkomen.
Kijk om je heen en je ziet ze overal rijden; deelscooters, -fietsen en deelbakfietsen. Ze zijn niet meer uit het straatbeeld weg te denken. En als het aan de gemeente ligt, blijft dat ook zo. Deelvervoer vormt een duurzaam alternatief voor korte autoritjes in de stad. Of om het laatste stuk van het station naar de eindbestemming te overbruggen. Maar er is een probleem dat veel Rotterdammers een doorn in het oog is; de verkeerd geparkeerde voertuigen zorgen regelmatig voor overlast op straat. De gemeente zet allerlei maatregelen in, zoals handhaving, verbetering van het meldingenproces, zogenaamde digitale hekken (geofences) waarbuiten deelvervoer niet geparkeerd mag worden. Toch is de straat nog niet overal zo netjes als de gemeente zou willen.
Wethouder Pascal Lansink-Bastemeijer: “Deelscooters en deelfietsen zijn hartstikke gunstig voor onze stad, maar ze moeten wel normaal geparkeerd staan. Het komt te vaak voor dat fietsen of scooters de stoep blokkeren en de weg versperren – met stip ergernis nummer één onder Rotterdammers. Als voetganger moet je eromheen of je ertussen wurmen en dat gáát niet als je slecht ter been bent, in een rolstoel zit of een kinderwagen voortduwt. Met deze maatregelen zeggen we: houd een beetje rekening met elkaar en parkeer je fiets of scooter gewoon netjes.” Daarom voert de gemeente nu ook een bewustwordingscampagne, waarin ze oproept om deelscooters en -fietsen netjes te parkeren.
De gemeente realiseert sinds een paar jaar ook deelvervoershubs, verzamelplekken voor deelvervoer. Deze zijn herkenbaar aan de witte vakken op straat en het groene druppelvormige ‘hub-bord’. Inmiddels zijn er door heel Rotterdam 140 hubs te vinden. Er komen er dit jaar nog zo’n 40 bij.
De hubs bieden een vaste plek waar gebruikers deelvervoer kunnen vinden. En ze zorgen voor minder overlast; deelvervoer mag én kan niet buiten de hubs geparkeerd worden. Daar zorgen digitale hekken (geofences) rondom de hub voor. De locaties van de hubs kiest de gemeente op basis van overlastmeldingen en waar deelvervoer het meest gebruikt wordt.
Om de overlast van foutgeparkeerde voertuigen tegen te gaan, werkt de gemeente nauw samen met de partijen die in Rotterdam deelvervoer aanbieden. In februari zijn nieuwe vergunningen voor deelfietsen en deelscooters ingegaan waarin de gemeente strengere eisen stelt aan het voorkomen van overlast. De aanbieders die de vergunning hebben gekregen, zetten zich daar hard voor in. Dit doen zij bijvoorbeeld met beloningssystemen, online en offline educatieve campagnes en een parkeerscore die gebruikers van deelvervoer aanmoedigt goed te parkeren. Wanneer een gebruiker meerdere keren de (parkeer)regels overtreedt, kan hij van de aanbieder een boete krijgen of zelfs uitgesloten worden van het platform.
Deelvervoer wordt in Rotterdam goed gebruikt. In 2023 is er zo’n 9,7 miljoen kilometer afgelegd op deel(bak)fietsen en deelscooters in onze stad. Gemiddeld is elke deelscooter 2 keer per dag bezet. Hoewel een flink aantal ritten gemaakt wordt in gebieden als Prins Alexander, IJsselmonde, Charlois en Hillegersberg-Schiebroek, ligt het gebruik van de deelscooters hoger in en rond het centrum. Met de nieuwe vergunningen wil de gemeente ook het gebruik van deelfietsen in gebieden buiten het centrum verhogen. Op dit moment zijn er vergunningen verleend voor 3000 deelscooters, 2500 deelfietsen en 500 bakfietsen. In mei kunnen deelvervoeraanbieders (opnieuw) deel(bak)fietsvergunningen aanvragen. Daarmee wil de gemeente het deelvervoeraanbod uitbreiden naar 3000 deelfietsen en 750 bakfietsen.
