Volt en GroenLinks zijn vaak eeneiig in denkbeelden, maar niet in uitvoering. Dat ziet men terug in Rotterdam. Terwijl GroenLinks de straat opgaat om met bevriende actiegroepen hardvochtig te demonstreren in de stijl van hun omstreden Eerste Kamerlid Paul Rosenmöller, schrijft men bij Volt netjes initiatiefvoorstellen die zelfs in rechtse kringen waardering krijgen. De laatste: Volt wil in het centrum van de stad horecastraten met groen en definitief zonder auto’s.
‘’Rotterdam staat voor een belangrijke uitdaging: het ombouwen van een stad die na de oorlog is ontworpen voor de auto tot een stad waar de mens centraal staat’’, schrijft raadslid Luuc Dekkers. ‘’Een stad is om in te wonen, niet om doorheen te rijden. Het creëren van autovrije en groene horecastraten, denk aan de Meent en de Witte de Withstraat, eerst in het centrum en daarna daarbuiten, kan hierin de eerste stap zijn om de leefbaarheid, veiligheid en aantrekkelijkheid van de stad te vergroten.’’
Zijn initiatiefvoorstel heeft als doel om de dominantie van auto’s in horecastraten terug te dringen en meer ruimte te maken voor mensen, groen en ontmoeting. De focus van het voorstel ligt op het aanpakken van problemen zoals verkeersonveiligheid, geluidsoverlast, hittestress en slechte luchtkwaliteit, die momenteel de sfeer en leefbaarheid in deze straten aantasten. De inspiratie voor dit voorstel komt uit Europese steden zoals Barcelona, Parijs, Brussel en Amsterdam, waar het terugdringen van autoverkeer heeft geleid tot betere leefbaarheid, schonere lucht en meer groen.
‘’De investeringen die we hierin doen leveren maatschappelijke en economische meerwaarde op: betere leefkwaliteit, meer bezoekers, hogere omzetten voor horecaondernemers en een aantrekkelijker vestigingsklimaat.’’
