Terwijl ik op Kos onder een parasol lig en mijn derde ijskoffie binnen slurp (met rietje, want ik ben op vakantie), dwalen mijn gedachten af naar Rotterdam. Niet naar de skyline, de Maas of de Kralingse Plas. Nee. Ik mis... de parkeermeter. Ja, je leest het goed. Niks zo Rotterdams als een onbetrouwbare parkeerapp en een boete die sneller komt dan je espresso.
Hier op Kos hoef je nergens te betalen voor parkeren. Sterker nog, als je je Fiat Panda dwars over twee plekken parkeert en de handrem vergeet aan te trekken, krijg je hoogstens een olijf aangeboden en een joviale “no problem!” van een man met een snor zo dik als de A16 tijdens spitsuur. In Rotterdam krijg je een wielklem en een brief van de gemeente met meer juridische dreiging dan een aflevering van Opsporing Verzocht.
Gisteren strandde mijn huurauto ergens halverwege een geitensnelweg. Geen ANWB, geen Wegenwacht, alleen een lokale monteur genaamd Kostas die met een tuinslang, een tang en iets wat leek op een barbecuevork de motor weer aan de praat kreeg. In Rotterdam zou je drie dagen moeten wachten op een monteur die vervolgens meldt dat de onderdelen ‘nog besteld moeten worden’ en je dan 180 euro rekent voor voorrijkosten en een 'gespreksonderhoud'.
Maar goed, het is hier ook niet allemaal zon en tzatziki. Probeer maar eens aan een fatsoenlijke kapsalon te komen. “Do you want a gyros plate?” vragen ze dan, onwetend van de diepe Rotterdamse behoefte aan patat, vlees, kaas en knoflooksaus in één container. Mijn poging om het gerecht uit te leggen eindigde in een portie gyros, tzatziki met friet en een dikke wrap eromheen. Barbaars.
Wat ik ook mis? De Rotterdamse eerlijkheid. Hier zeggen ze: “Relax, enjoy, no stress.” In Rotterdam zeggen ze: “Moet je nou eens kijken joh, wat een gedoe.” En dat, beste mensen, is de troost die ik vond in mijn reis: dat je zelfs op de mooiste plekken ter wereld nog hunkert naar een beetje chagrijn.
Dus hier zit ik. Op een strand, omringd door schoonheid, gastvrijheid en gratis ouzo. En toch denk ik: "Was ik maar even op Zuid, in de rij bij de Lidl, met een tasje in m’n hand en een Rotterdamse mopper op m’n lip." Want ja, Grieken zijn geweldig, maar een échte Rotterdammer? Die repareert z’n fiets met ducttape, zijn humeur met sarcasme en zijn auto met een mening.
Volgende week weer thuis. Eindelijk weer in de file. Kan niet wachten.