Een internationale studie, uitgevoerd door onderzoekers van de universiteiten van Stanford, Luxemburg en Greifswald, heeft onderzocht op welk moment mensen zichzelf als 'senior' beschouwen. De bevindingen wijzen op een opvallende trend: de leeftijd waarop men zich oud voelt, schuift steeds verder op, aldus een samenvatting van de studie in het Belgische blad Marie Claire.
Gedurende 25 jaar werden 14.056 deelnemers gevolgd. De resultaten laten zien dat de perceptie van ouderdom sterk varieert tussen generaties. Personen geboren na 1980 geven aan zich pas na hun 70e als senior te beschouwen, terwijl degenen geboren vóór 1950 deze grens vaak tussen de 55 en 60 jaar leggen.
Deze verschuiving in zelfperceptie wordt beïnvloed door verschillende factoren. Medische vooruitgang en een toegenomen levensverwachting spelen een rol, evenals veranderende sociale normen en mediarepresentaties van ouderen als actief en vitaal. Daarnaast hebben persoonlijke kenmerken, zoals geslacht en gezondheidstoestand, invloed op hoe men ouderdom ervaart. Vrouwen rapporteren gemiddeld eerder tekenen van veroudering dan mannen, en een fragiele gezondheid kan het gevoel van ouder zijn versterken.
De studie benadrukt dat de perceptie van ouderdom niet alleen afhankelijk is van de kalenderleeftijd, maar ook van subjectieve ervaringen en maatschappelijke invloeden. Het uitstellen van het moment waarop men zich oud voelt, kan gevolgen hebben voor hoe mensen zich voorbereiden op het ouder worden, zowel fysiek als mentaal.