Na haar vertrek als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vicepremier in het kabinet-Rutte IV nam Carola Schouten op 13 oktober 2024 het stokje over van Ahmed Aboutaleb als burgemeester van Rotterdam. In dit openhartige interview kijkt ze terug op haar eerste maanden als burgermeester van Nederlands tweede stad, een periode die werd gekenmerkt door zowel feestelijke momenten als ernstige incidenten.
Schouten, die eerder bekend stond om haar aanpak van de stikstofcrisis en het landbouwbeleid, staat nu voor nieuwe uitdagingen in de havenstad. Als eerste vrouwelijke burgemeester van Rotterdam zet zij in op verbinding tussen verschillende bevolkingsgroepen, de aanpak van huiselijk geweld en het bestrijden van explosies in de stad. Ook de veiligheid in de haven, een van Europa's belangrijkste logistieke knooppunten, heeft haar nadrukkelijke aandacht.
In het gesprek komt naar voren hoe de nieuwe burgemeester omgaat met de diverse aspecten van haar ambt: van het voorzitten van een "heftige" gemeenteraad tot het reageren op tragische gebeurtenissen in de stad. Schouten benadrukt daarbij het belang van directe contacten met Rotterdammers en spreekt met warmte over de "Stadsverwarmers" - betrokken burgers die zich inzetten voor hun medeburgers en hun wijk.
Hoe zijn u de eerste maanden als burgemeester van uw Rotterdam bevallen?
Enerverend, geweldig en veel. Ik wist dat het een ambt is dat dag en nacht doorgaat. Er is altijd wat gaande – mooie en minder mooie dingen. Maar ik ben er nog trotster op dat ik burgemeester ben van deze prachtige stad.
Het valt nu al op dat u constant verbinding zoekt met Rotterdam, met de ondernemers, met de inwoners, met het publiek in het algemeen. Is dat een bewuste keuze van u en wordt dat een rode draad in uw burgemeesterschap?
Ja, ik zie daar een belangrijke rol voor mijzelf om ervoor te zorgen dat we elkaar blijven zien, elkaar ontmoeten en dat we niet over elkaar gaan praten maar met elkaar. Er is altijd het risico dat je als stad uit elkaar gaat lopen en elkaar niet meer ziet.
U bent direct in het diepe gegooid in een zware periode van allerlei festijnen en toestanden in de stad. Wat was volgens u het dieptepunt van de afgelopen maanden van wat er is gebeurd in de stad en hoe voelde dat voor u als burgemeester?
De schietincidenten in IJsselmonde, het 14-jarige vuurwerkslachtoffer in Delfshaven en het overleden kind en vrouw in Zevenkamp. Afschuwelijke gebeurtenissen die je koud om het hart slaan. En deze gebeurtenissen staan nooit op zichzelf, maar werken door in het gevoel op straat. Rotterdammers die zich onveilig voelen en met angst de deur uitgaan. Ik zag en voelde dat ook in Ijsselmonde. Anderzijds zag ik ook wat zulke gebeurtenissen deed met het gevoel van saamhorigheid, troost en bescherming onderling. Hartverwarmend om te zien hoe buurtbewoners stonden voor zowel hun wijk als buren. Ook daar heb ik de veerkracht gezien van de bewoners, de wijk.
De Rotterdamse raad staat bekend als een heftige raad die behoorlijk gepolariseerd is. Hoe vindt u uw weg in deze gemeenteraad en hoe beoordeelt u uw relatie met de raad tot nu toe?
Ik heb het al eerder gezegd: ik hou van de Raad. In de gemeenteraad komt de stad samen; alle meningen, ideeen en visies. En daar mogen ook heftige discussies plaatsvinden. Als het maar gaat over de inhoud en niet op de persoon.
U bent naar Rotterdam gekomen met ervaring als minister. Hoe heeft u de overgang naar het voorzitterschap van de gemeenteraad ervaren, in vergelijking met het bijwonen van vergaderingen als minister? (Het is tenslotte een heel andere rol.)
Het is mij nog maar 1 keer voorgekomen dat ik ‘voorzitter’ zei in de raadszaal toen ik zelf aan het woord was. Dat was de macht der gewoonte. Het is natuurlijk even wennen om zelf een gemeenteraadsvergadering voor te zitten, maar ik doe het graag.
Wat vond u het mooiste moment in uw eerste periode als burgemeester?
Het Stadsgesprek op het Stadhuis met allemaal Rotterdammers die zich inzetten voor anderen, voor hun wijk en om Rotterdam mooier en veiliger te maken. Ik noem hen “de Stadsverwarmers”. Zij hebben mij Rotterdam laten zien door hun ogen. Deze mensen verwarmen en inspireren de stad. Kijken om naar mede-Rotterdammers en zorgen dat niemand wordt vergeten. Het gevoel van trots en liefde voor de stad, die al groot was, is nog groter is geworden.
Een burgemeester, zeker van een grote no nonsense stad als Rotterdam, kent een grote diversiteit aan werkzaamheden. Wat zijn uw belangrijkste leermomenten geweest in de afgelopen drie maanden?
Er is zo ongelofelijk veel gebeurd in Rotterdam. Zowel mooie als nare dingen. En heb ik geleerd dat ik een rol kan spelen naast en temidden van al die Rotterdammers die zich hiervoor iedere dag inspannen.
De eerste maanden en dus de wittebroodsweken lopen ten einde. We zijn nog niet zo lang gestart met een nieuw jaar en dat zijn toch de dagen van overmijmering. Welke voornemens heeft u voor de komende periode?
Iets wat mij enorm raakt, is de hoeveelheid huiselijk geweld in Rotterdam. Regelmatig moet ik mensen uit huis plaatsen en zijn er mensen thuis in gevaar. Dit onderwerp is nog onderbelicht en ik wil daar mijn schouders onder zetten. Daarnaast teisteren explosies onze stad. Het is bijna dagelijks aan de orde van de dag. De gevolgen van deze aanslagen zijn vergaand en indringend. Voor zowel slachtoffers als ook buurtgenoten. Daarom heb ik het voorzitterschap van het landelijk offensief op me genomen. Ik ben ervan overtuigd dat we, met het commitment van alle partijen, hier een vuist tegen kunnen maken.
Verder is het havengebied een belangrijk aandachtspunt. De haven is een van de belangrijkste logistieke knooppunten van Europa. Veiligheid is hier echt van belang en de economische belangen zijn groot.
En natuurlijk ga ik stad nóg beter leren kennen. En nog veel meer gesprekken voeren en indrukken opdoen om onze mooie stad nog mooier te maken. Hierbij zal ik mijn uiterste best doen om een onderscheid te maken tussen wat wij zélf als gemeente kunnen doen en waarbij wij Rotterdammers kunnen ondersteunen bij hun wensen en noden. Het is goed om te weten wanneer je in actie moet komen en wanneer je vooral kunt helpen.