In Nederland hebben regionale omroepen een cruciale rol bij crisiscommunicatie. Als zogenoemde rampenzenders zijn zij verantwoordelijk voor het verspreiden van officiële mededelingen bij noodsituaties. Dit houdt in dat zij direct samenwerken met veiligheidsregio’s en lokale autoriteiten om burgers snel en betrouwbaar te informeren. In Rotterdam en omgeving vervult Rijnmond deze taak. We spraken met Ruud van Os, hoofdredacteur van Rijnmond, over wat het betekent om rampenzender te zijn en hoe goed Nederland is voorbereid op crisissituaties.
Wat houdt het in om rampenzender te zijn?
Nederland is verdeeld in veiligheidsregio’s, elk met een verantwoordelijke burgemeester als voorzitter. Rijnmond werkt nauw samen met de veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland-Zuid. “Als er een noodsituatie is waarbij gevaar dreigt, moet er een betrouwbare partner zijn die de boodschap snel verspreidt,” legt Van Os uit. Op het hoofdkantoor van de veiligheidsregio staat een microfoon waarmee de autoriteiten direct kunnen uitzenden op Radio Rijnmond. Dit zou nodig kunnen zijn bij een grote ramp, zoals een explosie in de Botlek.
Toch benadrukt Van Os dat het systeem in de praktijk nog nooit op die manier is gebruikt. “Ik werk hier al 25 jaar en ik heb nog nooit meegemaakt dat een burgemeester de zender overnam. Maar de samenwerking is er wel.”
Technische en organisatorische voorbereiding
Rijnmond is goed voorbereid op noodsituaties. Mocht de stroom uitvallen of digitale netwerken uitvallen, dan kan de omroep nog steeds blijven uitzenden. “Wij hebben beneden een mobiele zendwagen met een aggregaat. Als hier alles uitvalt, kunnen we daar gewoon mee doorgaan,” zegt Van Os. “We zijn zelfs voorbereid op een elektromagnetische puls (EMP)-aanval, die alle elektronica zou uitschakelen. Via de zendwagen kunnen we alsnog blijven uitzenden.”
Continuïteit bij een ramp
Als het gebouw van Rijnmond onbruikbaar wordt door een incident in de omgeving, is er een noodplan om de uitzendingen elders voort te zetten. “In dat geval rijden we direct naar Omroep West in Den Haag en gaan we daar verder,” legt Van Os uit. “We hebben onderling afspraken om elkaars uitvalsbasis te zijn. Tijdens de corona crisis had ik altijd een USB-stick bij me met al onze jingles, zodat we bij een eventuele sluiting van ons pand direct konden doorwerken bij Omroep West.”
Ook is er een nauwe samenwerking met de 22 lokale omroepen in de regio. “Niet alle lokale omroepen hebben de middelen om volledig als rampenzender te functioneren, maar we werken inhoudelijk goed samen. Open Rotterdam maakt bijvoorbeeld geen radio, terwijl andere lokale omroepen dat wel doen. Als het nodig is, kunnen we snel schakelen en elkaars informatie delen,” zegt Van Os. “Zo zorgen we ervoor dat we altijd een vangnet hebben, waar de situatie ons ook dwingt om te werken.”
Toch plaatst hij een kanttekening: zijn mensen er klaar voor? “Bij een ramp heb je weinig aan een app of een digitale radio als internet en elektriciteit niet werken. Wie heeft er nog een transistorradio met batterijen thuis?” vraagt hij zich hardop af. “De afhankelijkheid van digitale netwerken is een risico.”
Oefeningen en bewustwording
Hoewel Rijnmond maandelijks tijdens het afgaan van de sirenes op de eerste maandag van de maand aandacht vraagt voor rampenscenario's, ziet Van Os dat de kennis over rampenzenders is afgenomen. “Vroeger werd er actief campagne gevoerd: ‘Bij een ramp, stem af op je regionale omroep’. Die bekendheid is nu verwaterd,” zegt hij. “Daarom zijn we bezig om dit opnieuw onder de aandacht te brengen. Daarnaast vindt hij dat er te weinig wordt geoefend. “We hebben een paar jaar geleden een oefening gedaan met het hele personeel, maar misschien moet dat wel veel vaker,” stelt hij. “De wereld is veranderd, de risico’s nemen toe en we moeten daarop inspelen. We hebben veel nieuwe medewerkers en als het echt misgaat, moet iedereen precies weten wat hij of zij moet doen.” Volgens Van Os is ‘rampenzender zijn’ geen status op papier, maar een verantwoordelijkheid waar je continu op voorbereid moet blijven.
De toekomst van crisiscommunicatie
Volgens Van Os is Rijnmond dus technisch klaar voor een noodsituatie, maar de vraag is of de inwoners ook voorbereid zijn. Kan de plaatselijke politiek daarbij helpen? “Je zou ieder huishouden een transistorradio moeten geven die werkt zonder stroom, met een dynamo of zonnepaneeltjes. Dan weet je zeker dat mensen bereikt worden als digitale netwerken uitvallen,” stelt hij.
Daarnaast pleit hij voor een overstijgend systeem dat niet afhankelijk is van het mobiele netwerk. “We hebben allemaal gezien hoe kwetsbaar digitale communicatie kan zijn. Wat als je in een noodsituatie tóch iedereen direct moet kunnen informeren, zonder afhankelijk te zijn van die mobiele netwerken?”
Zijn conclusie is helder: “Je moet mensen kunnen bereiken, zeker als het een kwestie van leven of dood is.”
Foto: de reportagewagen van Rijnmond die in geval van nood ook als uitzendwagen kan worden ingezet.