Het idee achter sociaal pensioen is eenvoudig maar krachtig: bereid je niet alleen financieel, maar ook sociaal en mentaal voor op het leven na je werkzame jaren. Een van organisaties die zich inzet voor sociaal pensioen is Stichting Present in Maassluis. De organisatie slaat een brug tussen mensen die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen kunnen worden. Vandaag wordt een tweedehands kledingmarkt gehouden in Maranatha kerk in Maassluis. In de zaal staan al enkele vrijwilligers te sjouwen met tafels, kledingrekken en dozen vol ingebrachte kleding. Aan de zijkant wordt een koffietafel ingericht, waar straks koffie en koek klaarstaan voor bezoekers en vrijwilligers. Vanuit de hal druppelen steeds meer mensen binnen, elk met hetzelfde doel: bijdragen aan iets dat groter is dan henzelf. In de lichte rumoer van stemmen, lachjes en schuivende stoelen is de sfeer gemoedelijk en verbonden.
Volgens Tanja Cats, teamleider van Present Maassluis, begin je aan sociaal pensioen al ver voordat je de pensioenleeftijd bereikt. "Je bouwt sociaal pensioen op vanaf je 45e," zegt ze, “ook al vinden veel mensen dat een gek idee. Maar wie daar tijdig over nadenkt, blijft na het pensioen niet met lege handen achter.”
Sociaal pensioen is een relatief nieuw begrip, en bij Present in Maassluis krijgt het handen en voeten. De organisatie koppelt vrijwilligers aan mensen in kwetsbare situaties, zoals bij armoede, ziekte of eenzaamheid. “Onze vrijwilligers werken in groepjes en verbeteren de leefsituatie van mensen die zelf geen netwerk of middelen meer hebben,” vertelt Cats. “Maar dat doen ze niet alleen voor die ander. Ze vinden ook betekenis voor zichzelf.”
Een groeiend aantal mensen meldt zich zelfs op de eerste dag van hun pensioen al bij Present: “Ze willen iets te doen hebben, niet in een gat vallen. En waar vrijwilligerswerk vroeger vaak een individuele opdracht was, bouwen we nu bewust aan een community. Vrijwilligers willen net als vroeger collega’s, ergens bijhoren.”
Om die reden organiseert Present koffiemomenten en lunchbijeenkomsten. Daar wordt niet alleen geëvalueerd, maar ook gesproken over wat vrijwilligers meemaken en hoe zij daarmee omgaan. “Het gaat erom dat mensen zich mentaal gezond blijven voelen, dat ze mee blijven doen,” aldus Cats.
Tijdens zo’n bijeenkomst schuiven vrijwilligers van verschillende leeftijden aan één tafel. De een vertelt over een recente klus bij een alleenstaande moeder die haar huis niet meer op orde kreeg, de ander deelt hoe het was om samen met een jongere vrijwilliger een verwaarloosde tuin opnieuw aan te leggen. Er wordt gelachen om herkenbare situaties, en af en toe is het stil als iemand iets deelt wat echt binnenkomt. De onderlinge gesprekken bieden ruimte voor reflectie en herkenning, maar ook voor praktische tips. Hoe ga je om met mensen die hulp lastig kunnen accepteren? Hoe bewaak je je eigen grenzen als je merkt dat je steeds vaker wordt gebeld?
Cats merkt dat deze bijeenkomsten meer doen dan enkel verbinden. “Vrijwilligers groeien in hun rol en ontwikkelen meer zelfvertrouwen. En doordat generaties elkaar daar ontmoeten, ontstaan er ook nieuwe inzichten. Jongeren leren van ouderen hoe je met lastige situaties omgaat, en ouderen ervaren dat ze nog steeds van betekenis zijn.” Zo worden niet alleen netwerken opgebouwd, maar ook een gevoel van continuïteit en wederkerigheid: een sociale voorbereiding op de toekomst, in het hier en nu.
Toch is sociaal pensioen nog geen ingeburgerd begrip. “Als ik het woord noem, kijkt men me glazig aan,” lacht Cats. “Maar zodra je het uitlegt, snapt iedereen het. Het gaat erom dat je nu al nadenkt over wat je straks wilt doen. Je kunt daar zelf invloed op uitoefenen. Dat bewustzijn proberen we te stimuleren – met gesprekskaartjes, met marktkraampjes waar ouderen en jongeren in gesprek gaan over toekomstwensen, en met activiteiten waarin generaties elkaar ontmoeten.”
Cats noemt sociaal pensioen niet alleen van belang voor het individu, maar ook voor organisaties. “Bedrijven kunnen daar op inspelen door oudere medewerkers mogelijkheden te geven om zich sociaal te oriënteren op de toekomst. Dat levert gemotiveerde werknemers op die ook buiten hun werk betekenisvol blijven bijdragen.”
Maar hoe voorkom je dat vrijwilligers overvraagd worden? Cats: “We leggen een deel van die verantwoordelijkheid bij de vrijwilligers zelf. In intakes waarschuwen we voor overbelasting. Vooral de Boomer-generatie wil vaak grenzeloos helpen. Maar als je jezelf over de kop werkt, houd je het niet vol. We begeleiden mensen daarin, en we zeggen ook wel eens: nu is het genoeg.”
Een voorbeeld van iemand die volgens Cats het sociaal pensioen ‘heeft uitgevonden’, is Marja den Boer. “Ze heeft altijd al maatschappelijk werk gedaan, naast haar baan en gezin. En toen ze met pensioen ging, was die overgang heel natuurlijk.”
Den Boer begon haar vrijwilligerswerk al in de jaren negentig als verpleegkundige bij kinderkampen voor jongeren met diabetes. “Ik had er niet eens bij stilgestaan dat dat een voorbereiding was op mijn pensioen,” vertelt ze. “Maar achteraf zie ik dat ik daar de basis heb gelegd. Vrijwilligerswerk heeft altijd in mijn leven gezeten.”
Na haar pensioen kwam ze in contact met Cats, die haar vroeg om zich aan te sluiten bij Present. Eerst begeleidde ze gezinnen, later raakte ze betrokken bij hulp aan vluchtelingen uit Syrië en Oekraïne. “We begonnen met inzamelen, en ik beheerde een winkeltje in een piepklein kamertje. Later kregen we een grotere ruimte in een voormalig verzorgingstehuis. Mensen kwamen met niets. Dan regelden wij kledingmarkten, kerstfeesten, noem maar op.”
Ondanks haar drukke schema is Den Boer onverstoorbaar: “Zolang ik me goed voel, blijf ik doorgaan. Je doet het voor een ander, maar het is ook goed voor jezelf. Ik voel me er lekker bij. Soms denk ik: dit had m’n ideale baan kunnen zijn. Elke dag iets anders, altijd in beweging.”
Thuis wordt haar inzet geaccepteerd, al doet haar man zelf niet mee. “Hij helpt als ik hem vraag, maar hij wil zich nergens aan binden. Hij heeft zijn hele leven gewerkt en vindt het wel goed zo. En dat mag.”
Ze bewaakt haar grenzen, maar het enthousiasme blijft groot. “Twee maanden per jaar gaan we weg. Dan laad ik op. Maar ik ben geen type voor achter de geraniums. Ik blijf liever bezig, zo lang als het kan.”
De verhalen van Cats en Den Boer laten zien dat sociaal pensioen meer is dan een beleidsidee. Het is een manier van leven. Het voorkomt dat ouderen uit beeld verdwijnen, dat ze zich overbodig voelen. En het laat zien dat de kennis en levenservaring van oudere generaties een waardevolle bron is – voor henzelf, voor anderen, en voor de samenleving als geheel.
Foto: Vrijwilligers Marja den Boer (rechts) met Renee Broekhuis, tijdens de kledingmarkt van Present Maassluis.