In de Wijkhub aan de Zevenkampse Ring in Rotterdam is het dinsdagochtend al vroeg levendig. Tussen de schuivende stoelen en het geritsel van papieren zit René Hoeflaak klaar aan een tafel met uitzicht op de wijk. Als coördinator van Checkpoint, een activiteit van de welzijnsorganisaties gro-up en DOCK, ziet hij van dichtbij waar bewoners mee worstelen. “Wij zijn geen loket waar je even binnenloopt, maar een plek waar je op afspraak terecht kunt met je zorgen. Vooral op het gebied van administratie, geldzaken en digitale formulieren.”
De hulp die Checkpoint biedt, is laagdrempelig, maar de vragen waarmee mensen komen zijn dat zelden. “Heel veel mensen moeten tegenwoordig iets uploaden, downloaden of digitaal aanvragen. Maar niet iedereen heeft daar de middelen of kennis voor,” legt René uit. “Een laptop, een scanner, een DigiD – het klinkt eenvoudig, maar voor veel mensen is dat een drempel van een meter hoog.”
Ruim zestig procent van de bezoekers is ouder dan 55. In de eerste drie maanden van 2025 kwamen meer dan vijfhonderd mensen telefonisch in contact, en bijna vierhonderd fysiek. “We zien vooral ouderen die geen computer hebben, of mensen met een taalbarrière. Dan kan een simpele brief al een enorme last zijn.”
Vaak gaat het om aanvragen voor bijzondere bijstand, kwijtschelding of hulp bij belastingaangifte. Maar onder die hulpvragen ligt regelmatig iets anders verscholen. “Schaamte, vooral bij schulden. Mensen wachten lang met hulp zoeken. Ze zeggen: ‘het lukt me wel’. En dan komt die ene brief uit de tas. En daarna nog één. En nog één.”
Checkpoint werkt met vrijwilligers en stagiairs. Sommigen zijn ervaringsdeskundig, anderen gepensioneerd. “Veel vrijwilligers zijn ook zestig plus. Dat is onze kracht: mensen voelen zich begrepen. Ze zitten naast iemand die weet hoe het voelt om vast te lopen.” De hulp is persoonlijk, geduldig en nooit veroordelend. “Mensen willen niet geholpen worden door ‘de overheid’, maar door een medeburger. Iemand die je aankijkt, en zegt: kom, we gaan dit samen doen.”
De praktijk wijkt steeds vaker af van de oorspronkelijke opzet. “Eigenlijk willen we dat iemand één keer komt, en daarna zelfredzaam verder kan. Maar dat lukt steeds minder. Mensen komen vaker terug, omdat de problemen complexer zijn dan gedacht.” René noemt Checkpoint dan ook steeds vaker een ‘punt van ten einde raad’ in plaats van een startpunt. “Dat is eigenlijk niet wat we willen, maar het is wel wat het geworden is.”
Daarom is er extra aandacht voor de vrijwilligers. Na elke ochtend wordt er geëvalueerd. “We vragen: waar liep je tegenaan? Wat ging goed? Want de verhalen worden zwaarder, en sommige mensen kunnen zelf hun hulpvraag nauwelijks verwoorden. Dan moet je als vrijwilliger stevig staan, maar ook weten wanneer je moet doorverwijzen.”
En dat doorverwijzen gebeurt veel. Naar Vraagwijzer, naar het Juridisch Loket, naar Stichting Goed Recht of het Geldplein. “Wij zijn een tussenstation. We halen de blinde darm er niet uit, om het zo maar te zeggen. Maar we herkennen wél wanneer iemand naar de dokter moet.”
De hulpvraag neemt toe, net als de duur van de afspraken. “Waar we eerst dertig minuten per gesprek rekenden, trekken we nu vaker een uur uit. Omdat tijdens het gesprek de map open gaat en er nóg meer papieren uitkomen. Mensen zitten vaak met een kluwen aan problemen. Dan ben je er niet in één keer.”
Toch zijn er stappen vooruit. Checkpoint start, naast de drie Huizen van de Wijk in Zevenkamp, Lage Land en Ommoord, ook in de Wijkhub Lage Land en zoekt samenwerking met andere instanties. “Hoe korter de lijnen, hoe beter. Als we allemaal hier zouden zitten – maatschappelijk werk, bijzondere bijstand, juristen – dan kunnen we veel sneller handelen. Dat bespaart mensen stress, tijd en soms zelfs slapeloze nachten.”
Maar uitbreiding hangt af van de gemeentelijke begroting en de ruimte in de welzijnsopdracht. “Uiteindelijk draaien we op geld van de gemeente. En ja, er zijn bezuinigingen. Dus dan is het belangrijk dat we zichtbaar zijn. Dat we laten zien wat hier gebeurt. Hoeveel mensen we helpen. En vooral: hoe hard het nodig is.”
René is daar helder over. “De maatschappij wordt complexer. En harder. Dan moet je aan de andere kant eenvoud en nabijheid bieden. We zijn niet perfect, maar als iemand hier de deur uitgaat met iets minder zorgen dan waarmee die binnenkwam, dan hebben we ons werk goed gedaan.”
Foto: Een deel van het team Checkpoint. René Hoeflaak zit uiterst rechts.