Dementie, een stille dief, sluipt door het hoofd en steelt herinneringen zoals de nacht het licht verdrijft. Maar soms laat ze toch een herinnering ontsnappen.
Herinneringen die ooit helder waren als kristalhelder water, zijn nu dof geworden als verweerd glas, dat het licht niet meer doorlaat. Toch flikkert er soms een lichtpuntje dat de juiste woorden terugbrengt.
Woorden spelen verstoppertje, verschuilen zich achter de mond, en zelfs de meest vertrouwde gezichten draaien zich langzaam om in je hoofd, tot ze uiteindelijk verdwijnen in de schaduw van de tijd. En met de tijd vindt je af en toe een hoofdstuk uit het geheugen weer terug.
De hoofdstukken zijn er nog, maar onleesbaar geworden, als een roman zonder plot, een verhaal zonder richting. "Waar ging het ook alweer over?" En soms weet je, tussen de regels, het raadsel even te ontrafelen.
Elke dag wordt een beetje meer een raadsel, een puzzel waarvan de stukjes niet meer passen. De herinneringen, zo fragiel als glas, vallen soms uiteen in je handen. Wanneer je ze weer probeert op te pakken, voel je enkel splinters van wat ooit was.
Misschien is dat de troost: niet alles verdwijnt, niet alles vervliegt. Er blijven altijd flarden over van wat ooit was. Al is het alleen maar in de herinneringen van de geliefden.