Het beperken van openingstijden van gokhallen tot 01.00 of 02.00 uur blijkt in de praktijk contraproductief volgens de Jongere Ouderen Unie (JOU). De partij heeft aangegeven dat over dit onderwerp gedebatteerd moet worden. Verslaafde spelers gaan na sluitingstijd niet naar huis, maar zoeken illegale alternatieven op waar toezicht, leeftijdscontrole en zorgplicht ontbreken.
In gereguleerde gokhallen kunnen handhavers identiteits- en leeftijdscontroles uitvoeren, maximuminzet en verplichte pauzes handhaven, en problematisch speelgedrag signaleren. Deze beschermingsmechanismen verdwijnen volledig bij verplaatsing naar het illegale circuit.
Uit experimenten met langere openingstijden bij legale gokhallen komen volgens de JOU positieve resultaten. In steden waar legale hallen vroeg sluiten, neemt het aantal meldingen van illegale kansspelen juist toe, wat meer overlast voor de wijk veroorzaakt. Met cameratoezicht, portiers en strikte huisregels blijkt overlast rondom legale gokgelegenheden beter beheersbaar dan in clandestiene omgevingen.
De Jongere Ouderen Unie roept op om het aantal vergunningen te beperken, toezichtseisen te verhogen, te investeren in verslavingszorg en data-gestuurd te handhaven. Door exploitanten te laten investeren in extra personeel, training en camerasystemen, en door vergunningsbedragen te koppelen aan een preventiefonds, kan volgens hen effectiever worden opgetreden.
Het probleem oplossen met vervroegde sluitingstijden is symboolpolitiek, stelt de politieke partij. In plaats daarvan zijn regels nodig die in de praktijk werken: streng waar nodig, slim waar mogelijk. De JOU pleit voor verruiming van mogelijkheden bij legale gokcentra met focus op preventie, toezicht en hulpverlening, zodat de voordeur open blijft voor controle terwijl de achterdeur voor de onderwereld gesloten wordt.