Na decennia afwezigheid is het Rotterdam-bankje teruggekeerd naar Dinxperlo. Het bankje werd in 1950 geschonken door Rotterdamse dwangarbeiders als dank voor de hulp die zij tijdens de Tweede Wereldoorlog van inwoners van Dinxperlo ontvingen.
De oorsprong van het bankje ligt bij de razzia van november 1944, waarbij de Duitse bezetter in Rotterdam duizenden mannen oppakte. Ongeveer 300 van hen kwamen terecht in Suderwick, net over de grens bij Dinxperlo, waar ze onder dwang moesten werken aan een verdedigingslinie. Ondanks de risico’s hielpen inwoners van Dinxperlo deze mannen met voedsel, kleding en medicijnen. Uit dankbaarheid schonken overlevenden na de oorlog een bankje aan het dorp.
Door de jaren heen verdween het bankje, maar een foto uit een privécollectie bracht het weer onder de aandacht. Dat leidde tot het besluit om een nieuw exemplaar te plaatsen.
Vrijdag onthulden voorzitter René Versluis van Stichting Razzia Monument Rotterdam en burgemeester Anton Stapelkamp de nieuwe bank. Samen met wethouder Erik Groters en Johannes Hoven van de Heimatverein Suderwick plantten zij een linde naast de bank als symbool voor verbondenheid.
Het nieuwe bankje is een halfronde boombank die verwijst naar de historische band tussen Dinxperlo en Rotterdam. Het vormt een verbinding met het razziamonument aan de Maaskade in Rotterdam. De herplaatsing maakt deel uit van het vernieuwde centrumplan van Dinxperlo, waarin verleden en toekomst samenkomen en de herinnering aan solidariteit bewaard blijft.
Foto: Burgemeester Stapelkamp met wethouders op de nieuwe 'Rotterdam-bank'