Ach, Hoek van Holland. Dat pittoreske eindstation van de metro waar het zand altijd tussen je tenen knarst en de Chardonnay sneller vloeit dan het getij. Al sinds 2016 verzamelen zich daar elke zomer muzikanten – vrolijke vogels zonder nest – om het strandplein op te vrolijken met muziek die rechtstreeks uit het hart komt. Niet op uitnodiging van een horeca-ondernemer, maar omdat het kán. Of beter gezegd: kón.
Want dit jaar kwam er een onverwachte wending. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV), ooit een vrij soepele tante met een zwak voor accordeon en sambabal, heeft zich bekeerd tot de horeca-moraal. Er worden geen vergunningen meer verleend voor muziek op het strandplein. Zelfs niet als alle papieren keurig op orde zijn en de EHBO-dames al hun vakantiedagen inzetten om het liveoptreden niet te missen.
De oorzaak? Volgens de cultuurmakelaar zou het allemaal begonnen zijn met een papegaaienshow. Jawel. Gevederde performers met ambitie hebben blijkbaar zoveel onrust veroorzaakt dat zelfs gitaarakkoorden op zonnige zondag nu als bedreiging gelden. Wie dacht dat Rotterdam straatmuziek omarmde, moet bij Hoek van Holland even opnieuw beginnen.
De echte boosdoener lijkt echter geen papegaai, maar ondernemers die hun terras vrij willen houden van alles dat niet op het dagmenu staat. Spontane cultuur past niet tussen de dagsoep en de doradefilet, zo lijkt het. En terwijl in de rest van Rotterdam de trompettist op de brug en de dichter in het park nog gewoon kunnen schallen en zwijmelen, krijgt wie op het strandplein speelt een BOA op zijn dak – bij voorkeur in slippers.
Als buitenstaander keek ik met stijgende verbazing naar dit schouwspel. Niet omdat ik deel uitmaak van Firma Ongeregeld (luisteren okay, maar als ik ga zingen.....), maar omdat ik denk: dit ís toch precies wat Rotterdam hoort te zijn? Een stad waar kunst mag schuren, mensen spontaan meezingen en muziek opduikt op plekken waar je het niet verwacht. Zelfs – of juist – tussen de strandstoelen en de flessen Sauvignon Blanc.
Dus als muziek maken niet meer mag, dan misschien wel... protesteren? Dat valt immers onder een heel ander artikel van de APV. En als je er een sit-in van maakt, kun je tijdens zo’n protest een gitaar vasthebben, wat akkoorden aanslaan, een lied zingen. Want als vrije muziek wordt gesmoord door regels die ruiken naar horecalobby, dan rest ons niets anders dan protest. Liefst in majeur.
Rotterdam, zing je mee?