De liefde voor koken zat er bij de Rotterdammer Yannick Karels (28) al vroeg in en nu wil hij ook andere jongeren laten zien wat de horeca allemaal te bieden heeft. Hij richtte met rijkssubsidie stichting KitchenSmart op en stoomt nu jongvolwassenen met een afstand tot de arbeidsmarkt klaar voor een carrière in de keuken.
Als kind was hij al gefascineerd door de geluiden in de keuken van zijn moeder. Vooral het geschraap van een pollepel over de bodem van een pan. Hij lacht er nu om en vertelt in het wijknieuws van de gemeente Rotterdam: ’Ik kan het niet uitleggen, maar ik vond het gewoon heel interessant.’ Dus kreeg hij op zijn vijfde verjaardag een pollepelsetje cadeau.
De inmiddels 28-jarige Yannick Karels - ‘bijna 29’ - leerde nog iets anders van zijn moeder: maatschappelijke betrokkenheid. Zij zette zich in Suriname in voor beter onderwijs voor jonge kinderen. Ze richtte ook meerdere scholen op. Hij vertelt er trots over. ‘Zij heeft echt verschil gemaakt daar.’
Yannicks moeder overleed 2 jaar geleden. Maar nu treedt hij in zekere zin in haar voetsporen. Hij richtte vorig jaar KitchenSmart op. Met deze stichting wil hij jongeren helpen die een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren en die een carrière in de horeca wel zien zitten.
KitchenSmart biedt deze jongeren kosteloos een praktische kooktraining aan. Ze leren de basisvaardigheden, van snijtechnieken tot verschillende bereidingswijzen. De cursus duurt ongeveer 80 uur, oftewel: maximaal een paar weken.
Dat is bewust, vertelt Yannick. ‘Jongeren die op wat voor manier dan ook tussen wal en schip zijn beland, hebben geen zin om nog jaren naar school te gaan. Die willen gewoon aan de slag.’
Na de praktische cursus van KitchenSmart kunnen ze als hulpkok in bijna elke keuken terecht. Daarnaast regelt de stichting ook een meerdaagse werkstage, op een plek waar ze kans maken op een vaste aanstelling.
Immers: de horeca kampt met personeelstekorten. Dat weet Yannick, want hij werkte zelf ook in die horeca. Eigenlijk was het aanvankelijk helemaal niet de bedoeling, vertelt hij. ‘Het was gewoon een bijbaan, ik begon er als afwasser.’
Dit deed hij naast zijn studie International Business en Management. Maar toen hij zijn diploma had gehaald, kwam hij tot de conclusie dat hij het horecavak vele malen leuker vond dan een carrière in de zakelijke wereld. ‘Bij het koken ligt gewoon mijn passie.’
Yannick zag ook de doorgroeimogelijkheden die de horeca biedt: hij klom zelf van het spoelhok op tot vestigingsmanagers bij een grote aanbieder van kookworkshops. Maar voor jongeren die wat meer pech in hun leven hebben, is het grijpen van die kansen soms moeilijker.
Als directeur van zijn kersverse stichting KitchenSmart wil Yannick daar nu wat aan doen. Hij zegt simpelweg: ‘Ik wil iets doen wat er echt toe doet, net als mijn moeder. Ik ging vroeger vaak met haar mee en ik heb altijd gezien dat het helpen van andere mensen haar veel voldoening gaf.’
KitchenSmart kreeg een subsidie van de Rijksoverheid en kan dankzij deze bijdrage de komende jaren zo’n 200 jongeren kosteloos klaarstomen voor een carrière in de horeca. De stichting richt zich op jongeren tussen de 18 en 27 jaar die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt.
