Het Kruisplein in Rotterdam is een belangrijke verkeersader tussen het centrum en Rotterdam West. Vroeg of laat gaat die dicht. Dan blijven er nog drie verbindingen tussen deze twee stadsdelen over, dus wat zegt men? Geen ramp. Eentje minder moet kunnen.
Dat zeggen vooral mensen die de juiste relaties hebben om dit soort beslissingen te beïnvloeden. Maar wie die connecties níet heeft, staat machteloos. En daar gaat het dus al fout. Politici en ambtenaren die elkaar kennen versus ongeorganiseerde automobilisten. Dat is een ongelijke strijd. Tenzij je in de Batavierenstraat woont.
Het merendeel van de Rotterdamse beleidsmakers is jong, denkt groen en heeft vaak nog te kort in de klei gestaan om te beseffen dat de straat ook de economie dient. Dat is een straat zonder files. Want files veroorzaken stank en ergernis en ze kosten tijd. Ironisch genoeg is juist het dichtgooien van een verkeersader als het Kruisplein een recept voor méér files, méér stank en méér ergernis en tijdsverlies.
Met de maatregel om het Kruisplein te sluiten zet je Rotterdammers onnodig tegen elkaar op. Fietsers en wandelaars zijn blij, automobilisten krijgen de pest in. Fietsers en wandelaars delen de lakens uit in de stad, automobilisten zijn stil.
Dat wil niet zeggen dat autovrije straten per definitie slecht zijn. Integendeel. Als morgen besloten wordt dat de Meent en de Witte de Withstraat alleen in de vroege ochtend open zijn voor bevoorrading, en er een waterdicht vergunningstelsel komt voor bewoners met een beperking (en niet zo’n gammele als in de Essenburgbuurt), dan zal de rust in die twee hotspotstraten in Rotterdam breed worden omarmd. Sterker nog: zulke successen smaken dan onmiddellijk naar meer. Maar laat de doorgaanswegen met rust.
Het wreed liquideren van het Kruisplein is echt onverstandig. En eerlijk gezegd werkt het ook op mijn lachspieren, wetende dat dit plan moet worden uitgevoerd door een VVD-wethouder. En in de Batavierenstraat weten ze intussen al wat er komen gaat: automobilisten die in het centrum vastlopen, zoeken straks massaal een uitweg door hún straat.
En zet die straat nu niet vast met een paaltje. En ook niet met een bordje van 30 kilometer per uur, want we hebben geen mankracht om te handhaven. Zelfs als je van de Batavierenstraat – net zoals dat in Amsterdam wordt gedaan – exclusief bestemmingsverkeer maakt, mist men de agent die erop let.
Wil je de stad autoluwer maken, wek dan niet de schijn dat je via een sluwe omweg toewerkt naar een autoloos centrum. Ik ben zelf een fietser, zelfs door regen en wind, maar fietsers en wandelaars hebben in Rotterdam niet het alleenrecht. Maatwerk is het enige sleutelwoord. En dat begint met een beter – en vooral veiliger – openbaar vervoer waaraan ook ouderen durven deel te nemen.
Ellen Verkoelen is fractievoorzitter van de Jongere Ouderen Unie, Lijst Verkoelen in Rotterdam.