Het is zover. Rotterdam krijgt een standbeeld van een vrouw. Met naam. Op een sokkel. In een stad waar tot nu toe bijna alleen mannen en abstracte kunstwerken met namen als 'Dynamiek in Stilstand' vereeuwigd werden, is dat op zijn zachtst gezegd: revolutionair.
De gemeenteraad stemde unaniem vóór. En dat is in Rotterdam zeldzamer dan een verkeersvrije Westblaak op woensdagmiddag. Alsof ze collectief geraakt waren door het besef: hé, we hebben 550 beelden, en bijna geen één met een vrouw die niet toevallig een allegorie is van de windrichting.
Het beeld wordt dus een vrouw met naam. Niet ‘Verbeelding van de Zorgzaamheid’ of ‘Stadsvrouw in Transitie III’, maar bijvoorbeeld gewoon: 'Sandy Dam'. Want die serveert al dertig jaar de bal met meer karakter dan heel het stadhuis bij elkaar. Een mens, geen metafoor.
En de Rotterdammers? Die juichen. “Hoog tijd,” zegt iemand bij de kiosk. “Mag ze wel een boodschappentas vasthouden,” voegt een ander toe. En een vrouw bij metrohalte Stadhuis zei: “Zolang ze geen duif op d’r hoofd krijgt, ben ik blij.”
Mijn voorstel: zet haar pal op de Coolsingel. Hand in de zij. Vinger in de lucht. Alsof ze zegt: “En nou is het klaar, jongens. Tijd voor verandering.”
Want ja, het is niet alleen een beeld maar ook een bres in de muur. Eerherstel voor generaties vrouwen die er wél toe deden, maar nooit op sokkelhoogte kwamen.
En als ze dan iets op dat voetstuk gaan zetten, laat het dan dit zijn:
“Ze staat hier niet alleen om bewonderd te worden. Ze staat hier omdat het tijd werd.”