Daar stonden ze dan. In pak, met visieloos enthousiasme te verkondigen dat de Rotterdamse haven op een kruispunt staat. Alsof we bij een verkeerslicht staan dat al drie jaar op knipperend oranje staat. "Een kompas zonder tempo en zonder keuzes is een papieren tijger," zei iemand met serieus gezicht en serieus kapsel. Nou, ik weet niet wie die tijger ooit heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar hij is inmiddels wel aan z’n derde burnout toe.
De haven van Rotterdam is van levensbelang voor Nederland en Europa, werd er ook geroepen. Klopt als een zakkie cement. Maar als iets zo belangrijk is, waarom bouwen we dan onze energiezekerheid op PowerPoint-presentaties? We praten over waterstof, elektriciteit en datacenters alsof het om nieuwe smaken bij de ijssalon gaat. "Energie hier, data hier, kennis hier." Ja, en straks ook de wachtrijen hier, de files hier, en de ambtelijke vertraging hier.
En dat brengt me bij de Maasvlakte. Of beter gezegd: Maasvlakte III - The Sequel. Want zonder die extra ruimte "lopen we hartstikke vast". In Rotterdam betekent dat meestal dat iemand in een Canta de Blokkendoos blokkeert, maar goed. Nu zou ik zeggen: prima, bouwen dat ding. Geef die haven de ruimte. Maar nee hoor, eerst moet er nog dertig keer over vergaderd worden. In Den Haag. Met broodjes humus. En een klimaatneutraal servetje.
Ondertussen zit Arie uit Charlois, havenarbeider sinds de gulden nog iets waard was, thuis op de bank. "Strategische autonomie?" zegt hij. "Ik wil gewoon m’n werk houden, man!" Want terwijl Europa grote woorden als “defensiehaven” en “NAVO-investeringen” uitkraamt, moet Arie uitleggen aan zijn kleindochter waarom opa binnenkort misschien vrachtwagens moet inladen bij Bol.com.
Rotterdam staat klaar. Klaar om door te pakken. Maar eerst moet er nog even ruimte komen, tempo komen, keuzes gemaakt worden. En als dat allemaal is gebeurd, dan pas mogen we verder met het bouwen van de toekomst. Of in goed Rotterdams: “Geen woorden maar palen de grond in.”
Dus beste beleidsmakers, ministers en andere vergadertijgers: als je een havenstad wilt die blijft draaien, moet je geen papieren tijgers loslaten. Je hebt havenvogels nodig. Rotterdamse meeuwen. Onverwoestbaar, altijd hongerig en niet bang om je friet uit je hand te jatten als je treuzelt.