Er zijn overvallen die de geschiedenis ingaan. De kunstroof van de eeuw, de kraak van de kluis in Antwerpen… en dan was er in 2006 de overval op het North Sea Jazz Festival. Slachtoffer: Den Haag. Dader: Rotterdam. Motief? Pure culturele hebzucht, met een snufje grootstedelijke jaloezie en een flinke dosis ‘wij kunnen het beter’.
Kijk, Den Haag dacht slim te zijn. Even de Statenhal slopen en dan maar zien waar die saxofonisten en contrabassisten hun noten zouden laten. Rotterdam stond al klaar met een smoel vol zelfvertrouwen, een Ahoy dat groter klonk dan de naam doet vermoeden, en een festivaldirecteur die geen nee kon zeggen tegen een havenstad waar de jazz dagelijks uit de putten opstijgt. Want zeg nou zelf: wie heeft er in godsnaam zee nodig voor jazz? Je hoort Coltrane toch niet denken: “Wacht even, ik hoor hier geen branding, ik speel niet.”
Nee hoor. Rotterdam heeft geen North Sea, we hebben een Nieuwe Maas, een rivier met grootheidswaanzin. En dat stroompje heeft ons allang in fluisterend ritme verteld: “Steel die jazz. Haal die swing naar Zuid. Laat die Hagenezen in hun Haags Hopje stikken.”
En zo geschiedde. In plaats van haring met uitjes kreeg de jazzliefhebber ineens een patatje oorlog en uitzicht op de Maastoren. Een upgrade, als je het mij vraagt. Alleen die naam hè… North Sea Jazz in Rotterdam. Dat klinkt alsof je een ijssculpturenfestival organiseert in de Sahara. Maar ach, laten we dat vooral zo houden. Rotterdam is tenslotte de stad van de ironie. We noemen een brug de Zwaan, een markthal een kibbeling, dus waarom geen zeefestival zonder zee?
Misschien moeten we het gewoon eerlijk hernoemen: “Nieuwe Maas Muziekfeest” of “Het Grote Haagse Gemis Festival.” Maar eerlijk is eerlijk, het bekt niet zo lekker. Dus houden we het op North Sea Jazz, maar dan met een knipoog naar de kust en een dikke middelvinger richting de Hofstad.
Den Haag mag dan politiek centrum zijn, Rotterdam is het ritmisch hart van Nederland. Wij hebben geen paleizen nodig, wij hebben podia. En zolang er nog een saxofoon klinkt boven de ronkende metro’s van Zuidplein, weten we: deze overval was gerechtvaardigd.
En voor wie zich afvraagt of we geen spijt hebben? Nee hoor. Geen spijt. Alleen maar swing.